Prehistorisch monument: de prehistorische vuursteenmijnen te Rijckholt - st. Geertruid (vuursteenmijn)

De prehistorische vuursteenmijnen van Rijckholt - St. Geertruid

Prehistorisch monument: de prehistorische vuursteenmijnen te Rijckholt - st. Geertruid (vuursteenmijn)

Sitemap  | English summary  Suzammenfassung        

 
Home > De prehistorie (werkwijze) > Klopstenen  


Hoofdstuk "De opgravingen" bestaat uit de volgende pagina's: Werkwijze | Vuursteen bewerken | Kernstenen en klingen | Klopstenen |
Vuurstenen hakken | Vuurstenen schrabbers en spitsen | Maquette |
 

 

Gebruiksvoorwerpen: Klopstenen en hertshoorn (gewei)

1. Klopstenen

De kloppers (slagstenen) werden gebruikt voor het bewerken van de vuursteenknollen die werden gevonden in de mijnen.
De schokgolf doet de vuursteen splijten. Op deze manier konden o.a. vuurstenen bijlen en hakken gemaakt worden.
Tijdens de opgravingen (1964-1972) zijn rond de 216 kloppers gevonden.
De klopstenen zijn zachter dan vuursteen en zijn meestal gemaakt van kwartsitische zandsteen of van kwartsiet. Deze waren meestal van nature al afgeronde stenen.

Klopstenen, slagstenen


Klopsteen van zandsteen, gevonden tijdens de opgravingen 1964-1972
© Werkgroep Prehistorische vuursteenmijnen 1966-72 / Provinciaal Depot De Vondst, Heerlen

2.  Hertshoorn gewei

schema edelhertgewei
Edelhertgewei met de plaatsen van de 1e, 2e, 3e en kroonhouweel ;© A.T. Clason

Hertshoorn geweiBij het afdiepen van schachten werd in de deklagen, leem en grind, vooral gebruik gemaakt van hertengeweien als hak.

Tijdens de opgravingen zijn echter niet zoveel hertengeweien gevonden (slechts 6 stuks). De meeste hertengeweien zijn echter gevonden door de Paters Dominicanen tijdens ondiepe opgravingen in de Schone Grubbe in de jaren 1928 - 1932 (er zijn toen ruim 100 geweien gevonden; waarvan 6 in de mijngangetjes en de rest in de mijnschachten).

Met de hertengeweien (hertshoorn) werd meer gekrabd dan gehakt. Tijdens experimenten bleek dat als men met een hertengewei op een harde ondergrond sloeg de punt versplinterde, de hak was dan bot. Met de scherpe punt van het gewei kon men echter heel goed de grond loskrabben.

De vuursteenhoudende laag in Ryckholt was te hard om met geweihouwelen te bewerken. De geweien zijn vooral gebruikt in de hogere lagen bij het graven van de mijnschachten. Daarom zijn de meeste geweien dan ook gevonden tijdens de opgravingen van de Paters Dominicanen in de schachten.

Nadat men de kalksteen bereikt had werden hakken met stenen punten gebruikt. De harde toplaag van de kalksteen werd met zware hamerhakken bewerkt. De zachtere kalksteenlagen werden daarentegen met spitshakken en bijlhakken bewerkt.

De gebruikte hertshoorn geweien zijn geweien van edelherten. De bokken van het edelhert werpen ieder voorjaar hun geweien af, om daarna weer een nieuw gewei te ontwikkelen. De geweien werden in de prehistorie gebruikt als voorwerp.

Het gewei bestaat uit een basis (rozestok, dat verbonden is met de schedel) Het gewei groeit op de rozestok en bestaat uit een basis met rozekrans, een hoofdstang, een aantal zijstangen en een kroon. De eerste en tweede zijstang heten oogtak en ijstak, daarna volgt bij grote geweien de derde zijstang en soms nog een vierde, de wolfstang. De gevonden (en gebruikte) houwelen werden gemaakt uit een deel van de hoofdstang met de eerste. derde en soms vierde volgtak, of uit de kroon (zie afbeelding links).
De ijstak werd verwijderd. (op de afbeelding gearceerd)
 

 

Hertshoorn hak, gevonden tijdens de opgravingen 1964-1972
Hertshoorn hak, gevonden tijdens de opgravingen 1964-1972
© Werkgroep Prehistorische vuursteenmijnen 1966-72 / Provinciaal Depot De Vondst, Heerlen




























 



 

De afbeeldingen op deze pagina zijn met toestemming overgenomen uit:
Nederlandse Geologische Vereniging, Afd. Limburg. Werkgroep Prehistorische vuursteenmijnbouw. De prehistorische vuursteenmijnen van Ryckholt - St. Geertruid. 1998. ISBN 90-801523-4-X

 

 
 

Web-site gemaakt door Henk Engelen

Top

Revised: