|
|||||||
Home > Geologie | |||||||
|
|||||||
Geologie bij de prehistorische vuursteenmijnen te Valkenburg aan de Geul De mijnen aan de Plenkertstraat liggen in de voet van de helling, dichtbij de bodem van het Geuldal (zie tekening hieronder.)
Tijdens de aanleg van de Plenkertstraat en/of de
Polfermolen is een zone met lager gelegen sporen van de mijn vernietigd. Het gesteente is opgedeeld in verticale schollen en kleinere blokken. Op het raakvlak van de schollen bevinden zich zogenaamde dalwandscheuren, die voor een deel de vorm van de galerijen hebben bepaald. De 7 mijnen hebben een uiteenlopende
diepte, die in verschillende mate zijn aangetast door kalksteenafgraving. Het
verschil in diepte wordt veroorzaakt door meerdere factoren. Eén daarvan is de
afstand van een mijn tot de dalbodem. Naarmate een schacht verder van de bodem
en dus meer helling opwaarts lag, moest er dieper worden gegraven om een
bepaalde vuursteenhorizont te bereiken. Ook geologische factoren zijn van
invloed gebleken op de diepte van de schacht. Het hele vuursteenpakket helt in
westelijke richting. In die mate zelfs, dat de vuursteenknollen z'n 100 meter
ten westen van de laatste onderzochte mijn (mijn VII) op een niet meer
exploiteerbare diepte liggen, namelijk onder het waterniveau van de Geul. Binnen
de verkende strook bevindt zich een kleine geologische breuk. Het vuursteen ten
westen daarvan zit dieper dan dat aan de oostzijde (zie tekening hieronder). De onregelmatige
verspreiding van vuursteenconcentraties in de kalksteen ten slotte is de oorzaak
geweest aan de exceptionele diepte van mijn VII. Voor de mate van
verstoring is zowel de positie van de helling als de relatieve diepte bepalend
geweest. Lager gelegen mijnen bevonden zicht het dichtst bij de weginsnijding,
delen van ondiepe extractiepunten zijn tot beneden het vloerniveau afgegraven.
Aangezien de beide factoren met elkaar verband houden, is van de vier oostelijke
mijnen, die in de prehistorie tot zo'n 4 meter zijn afgediept, niet veel meer
over dan enkele galerijen en soms een deel van een galerijvloer of een stuk van
een schachtwand.
Valkenburg vuursteen: Valkenburg vuursteen komt in een primaire geologische context, dat wil zeggen in de vaste kalksteen, uitsluitend voor in de Formatie van Maastricht (zie lithografie hieronder). Slechts in de lagen Kalksteen van Schiepersberg en de Kalksteen van Emael zijn winbare hoeveelheden vuursteen te vinden. In een groot deel van Zuid-west Limburg en het aangrenzende stuk van België liggen die op enige diepte verborgen onder jongere lagen sediment. Voor prehistorische ontginners waren de gezochte knollen alleen bereikbaar in de hellingen van een aantal rivier- en droogdalen.
Het Vakenburgvuursteen is een overwegend grofkorrelige vuursteensoort, die als pijpvormige en regelmatige plaatsvormige knollen aangetroffen wordt in de Maastrichtse kalksoort. De structuur van het vuursteen in de
kalksteenafzetting wordt door de verwering sterk beïnvloed. Dit is vooral
zichtbaar bij vuursteenlagen uit een kalksteenpakket nabij het huidige of een
fossiel oppervlak. Het vuursteen is vaak zo poreus en korrelig dat hieruit
vervaardigde artefacten verkeerdelijk gedefinieerd worden als zandsteen.
Dieper gelegen vuursteenbanken uit eenzelfde horizont kunnen een meer
fijnkorrelige structuur bezitten. De textuur kan bovendien variëren binnen één
vuursteenknol. De specifieke eigenschappen van Valkenburg-vuurstenen maken het zeer geschikt als grondsstof voor de productie van hakwerktuigen. Door de grove textuur is het een materiaal, dat tijdens het gebruik minder snel zal breken door een end shock dan de meer fijnkorrelige vuursteentypen. |
|||||||
Web-site gemaakt door Henk Engelen Revised: |